Blog Layout

mrt. 01, 2021

Kapper

Woensdag ga ik sinds 28 juli 2020 weer naar de kapper. Waarschijnlijk stap ik net zo juichend naar binnen en naar buiten als de eerste keer na lockdown 1. Het is iets waar ik al weken naar toeleef, wat er ook voor zorgt dat ik vaker dan ooit aan mijn haar denk en de kapsels die ik heb gehad. 

Op de middelbare school liep ik gemillimeterd rond. Met drie gouden oorbellen, een driekwarts leren jas en met een walkman op mijn hoofd waar hiphop of metal uit klonk. Ergens in die periode heb ik tijdens een kermis een schaakbord op mijn hoofd laten scheren. Dat was een vrij slecht idee. 

In Thailand wilde ik, ongetwijfeld ingegeven door een combinatie van Singha bier en wodka, een hanenkam. In de kapsalon waar dit zou moeten gebeuren sprak niemand van het personeel Engels, maar dat leek me geen enkel bezwaar om het doel duidelijk te maken. Terwijl ik maar ‘mohawk’ bleef zeggen maakte ik met mijn handen zonneklaar wat de bedoeling was, waarbij ik me liet helpen door een poster van het Engels elftal, die achter in de kapsalon hing. Het was in de periode dat Beckham zijn haar millimeterde. Ik liep naar de poster toe en wees op zijn haar, waarna ik met mijn handen een punt op het midden mijn hoofd maakte en- inmiddels wel licht wanhopig- naar bevestiging van de kapster zocht. Uiteindelijk leek ze het, met een twijfel die me had moeten waarschuwen voor wat zou volgen, te begrijpen en nam ik plaats in de stoel. 

De kapster pakte de tondeuse, zette die op de plek waar de kam had moeten komen en trok één lijn naar achteren, waarna ze de tondeuse weer uitzette en het idee had klaar te zijn. In de spiegel zag ik de omgekeerde hanenkam, die daar als een ingezoomd stuk doolhof op mijn hoofd lag.
Ook deze poging tot een kapsel mislukte, ik liep de salon kaalgeschoren uit, waar de zon mijn witte schedel in een paar dagen van kleur liet verschieten. Alsof ik nog niet genoeg spijt had. 

Ik heb ook meerdere keren de ambitie gehad mijn haar lang te laten groeien, zoals Eddie Vedder en Chris Cornell het droegen. Toen ik bij gedurende één van die pogingen van kapper wisselde, vergleek deze mijn kapsel met dat van Beatrix. Waarmee hij een abrupt einde aan die poging maakte en ik mezelf liet kortwieken. 
Ik heb al jaren geen uitgesproken ambitie meer met mijn haar. Ik wil vooral dat mijn wenkbrauwen meegenomen worden. Het enige rock ’n roll is mijn langharige kapper en zijn zaak. Waar de muziek goed is en de koelkast vol.   

Delen

05 mrt., 2023
Betonnen kaken Vermalen wie je bent Niemand bestaat echt
door d436ebb14f8e5c3662fecd3be1c71f000d5fea3f 17 feb., 2022
De muziek stopte en maakte plaats voor mijn ringtone. Oom J. belde, zag ik op het scherm. Hij is de enige oom van wie ik het nummer heb opgeslagen. Ik nam niet op. Ik heb een vrij grote familie. Mijn vader komt uit een gezin van 10, mijn moeder uit een van 12. Ik heb zoveel neven en nichten dat ik over een groot deel van hen kan struikelen zonder ze te herkennen. Ooit stond ik met vrienden in een café tijdens een van de kermissen in West-Friesland meer dan een uur met een groep meisjes te praten voordat ik er achter kwam dat het allemaal nichten van me waren. Eén van mijn vrienden was een halfbakken versierpoging aan het doen, na het ontdekken van de bloedband heb ik het betreffende nichtje subtiel de goede kant (van hem weg) op gestuurd. Maar dat is een ander verhaal. Oom J. belt mij sinds een paar jaar ongeveer 1 keer per jaar. Ik neem nooit op. Hij belt mij namelijk helemaal niet. Of hij belt wel, maar ik ben niet degene die hij zoekt. Daar kwam ik achter na de eerste keer, toen ik een gemist gesprek van een mij onbekend nummer had en hem op mijn voicemail vond met de vraag hem terug te bellen. Dat deed ik, waarna ik hem stomverbaasd aan de lijn kreeg. Hij dat zijn schoonzoon willen bellen, een naamgenoot van me. We hadden een kort gesprek over ditjes en datjes en na afloop sloeg ik zijn nummer op. Daarom staat hij in mijn contacten. Hoe ik ooit in de zijne terecht ben gekomen is me nog steeds een raadsel.
31 jan., 2022
De verbouwing is begonnen, wat betekent dat ik met veel mensen uit Nijmegen en omstreken praat. Mensen die verstand hebben van dingen. Die dingen zijn vloeren, elektra, en ander technische zaken waar ik allesbehalve kaas van heb gegeten. In tegenstelling tot hen dus, en ik probeer echt naar ze te luisteren en ze te begrijpen wanneer ze me uitleggen wat er moet gebeuren en waarom, maar ik begrijp er na afloop nog steeds niets van. Dat ligt niet aan hen, of in ieder geval niet aan hun kennis en de begrijpelijkheid van hun uitleg. Het ligt aan mij, aan hoe ik luister naar mensen die uitgebreid over iets praten, voorzien van een Nijmeegse tongval. Na 30 seconden heb ik het idee dat ik in ‘Ik geloof in mij’ zit en wie er ook voor me staat, het is Dave van Well, de zanger met een onherroepelijke voorliefde voor Grieks gitaargepingel in zijn liedjes, die vol zelfvertrouwen vijf kwartier in een uur lult. Ik heb me vergaapt aan Ik geloof in mij, en dan vooral aan de originele serie van Omroep Gelderland die ik YouTube zeg en waarin René Le Blanc ook al aangaf dat hij echt het gevoel had dat het komende jaar hét jaar van René Le Blanc zou worden. Net zoals hij dat de daarovolgende jaren deed in de filmpjes van TV Oranje, terwijl ik steeds dieper verdween in het sinkhole dat YouTube kan zijn. Uren en uren, veelal van het nachtelijke soort, keek ik naar jongere versies van Le Blanc, Van Well en andere Nijmeegse of Gelderse artiesten die niets liever wilden dan het maken. Dat was voordat we besloten naar Nijmegen te verhuizen, dus heb ik toen geen moment stil gestaan bij de geografie. Maar nu, nu ik in iedereen met twee rechterhanden Dave van Well herken, besef ik dat ook dit een deel van Nijmegen is. Het is een verrassing die in feite geen verrassing is, meer een cadeautje waarvan je vergeten bent dat het op je verlanglijstje stond. Wat geen accurate metafoor is, omdat ik zeker weet dat het niet op mijn verlanglijstje heeft gestaan. Het is wel een herinnering aan het feit dat ik nog veel te ontdekken heb.
Share by: