Blog Layout

okt. 31, 2021

Project Nimma (1)

De afgelopen twee dagen hebben we thuis gepoetst alsof ons leven ervan afhing. Ik heb stof gedweild uit hoekjes waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden, ramen gelapt, geboend, geschrobd en gezogen als Tony Micelli in zijn hoogtijdagen. 

 

Het deed me denken aan mijn middelbareschooltijd, en in het bijzonder aan het einde van elk jaar, de dag waarop we de schoolboeken terug moeten brengen. Ik was altijd laat met mijn boeken (laten) kaften en ging nu niet bepaald netjes met ze om. Op school gleed mijn rugzak meer dan eens als een bowlingbal door de gang en thuis smeet ik hem niet zelden hard in een hoek. 

Op de dag van het inleveren zat er een groep leraren in de aula achter tafels om je boeken te controleren op ezelsoren en beschadigingen, te veel schade betekende een boete. Je had soepele leraren en strenge, de een zag een afgesleten hoekje door de vingers, een ander bracht zonder moeite twintig cent in rekening voor een pagina waarop je, als je goed keek, zag dat er misschien een ezelsoor had gezeten. 


De dagen voor inleverdag hanteerde ik (nou ja, ik niet, mijn moeder) de strijkbout om alle ezelsoren weg te werken en deed ik alles wat ik kon om alles wat op een beschadiging leeg weg te werken. Ondanks alle inspanning kreeg ik elk jaar weer een boete.

 

Waar het toen ging om zo min mogelijk te hoeven betalen, had het poetsen te maken met geld verdienen. We gaan verhuizen en vandaag werden er foto’s van ons huidige huis gemaakt. Na twee dagen poetsen herkende ik het haast niet meer. Er zat meer in dozen dan er nog in huis stond, voor het ruimtelijk effect. Zo brak ik tweederde van de boekenkast af. Ik selecteerde mijn fijnste boeken om in het derde dat bleef staan te zetten. Niet dat de titels iets uitmaken voor de verkoop, maar als ik dan toch boeken liet staan, dan wilde ik wel dat het mijn lievelings waren, boeken die iets over mij zeggen, al is het alleen maar tegen mezelf. Ik koos op schoonheid van de romans, niet op het ontbreken van ezelsoren.



Delen

05 mrt., 2023
Betonnen kaken Vermalen wie je bent Niemand bestaat echt
door d436ebb14f8e5c3662fecd3be1c71f000d5fea3f 17 feb., 2022
De muziek stopte en maakte plaats voor mijn ringtone. Oom J. belde, zag ik op het scherm. Hij is de enige oom van wie ik het nummer heb opgeslagen. Ik nam niet op. Ik heb een vrij grote familie. Mijn vader komt uit een gezin van 10, mijn moeder uit een van 12. Ik heb zoveel neven en nichten dat ik over een groot deel van hen kan struikelen zonder ze te herkennen. Ooit stond ik met vrienden in een café tijdens een van de kermissen in West-Friesland meer dan een uur met een groep meisjes te praten voordat ik er achter kwam dat het allemaal nichten van me waren. Eén van mijn vrienden was een halfbakken versierpoging aan het doen, na het ontdekken van de bloedband heb ik het betreffende nichtje subtiel de goede kant (van hem weg) op gestuurd. Maar dat is een ander verhaal. Oom J. belt mij sinds een paar jaar ongeveer 1 keer per jaar. Ik neem nooit op. Hij belt mij namelijk helemaal niet. Of hij belt wel, maar ik ben niet degene die hij zoekt. Daar kwam ik achter na de eerste keer, toen ik een gemist gesprek van een mij onbekend nummer had en hem op mijn voicemail vond met de vraag hem terug te bellen. Dat deed ik, waarna ik hem stomverbaasd aan de lijn kreeg. Hij dat zijn schoonzoon willen bellen, een naamgenoot van me. We hadden een kort gesprek over ditjes en datjes en na afloop sloeg ik zijn nummer op. Daarom staat hij in mijn contacten. Hoe ik ooit in de zijne terecht ben gekomen is me nog steeds een raadsel.
31 jan., 2022
De verbouwing is begonnen, wat betekent dat ik met veel mensen uit Nijmegen en omstreken praat. Mensen die verstand hebben van dingen. Die dingen zijn vloeren, elektra, en ander technische zaken waar ik allesbehalve kaas van heb gegeten. In tegenstelling tot hen dus, en ik probeer echt naar ze te luisteren en ze te begrijpen wanneer ze me uitleggen wat er moet gebeuren en waarom, maar ik begrijp er na afloop nog steeds niets van. Dat ligt niet aan hen, of in ieder geval niet aan hun kennis en de begrijpelijkheid van hun uitleg. Het ligt aan mij, aan hoe ik luister naar mensen die uitgebreid over iets praten, voorzien van een Nijmeegse tongval. Na 30 seconden heb ik het idee dat ik in ‘Ik geloof in mij’ zit en wie er ook voor me staat, het is Dave van Well, de zanger met een onherroepelijke voorliefde voor Grieks gitaargepingel in zijn liedjes, die vol zelfvertrouwen vijf kwartier in een uur lult. Ik heb me vergaapt aan Ik geloof in mij, en dan vooral aan de originele serie van Omroep Gelderland die ik YouTube zeg en waarin René Le Blanc ook al aangaf dat hij echt het gevoel had dat het komende jaar hét jaar van René Le Blanc zou worden. Net zoals hij dat de daarovolgende jaren deed in de filmpjes van TV Oranje, terwijl ik steeds dieper verdween in het sinkhole dat YouTube kan zijn. Uren en uren, veelal van het nachtelijke soort, keek ik naar jongere versies van Le Blanc, Van Well en andere Nijmeegse of Gelderse artiesten die niets liever wilden dan het maken. Dat was voordat we besloten naar Nijmegen te verhuizen, dus heb ik toen geen moment stil gestaan bij de geografie. Maar nu, nu ik in iedereen met twee rechterhanden Dave van Well herken, besef ik dat ook dit een deel van Nijmegen is. Het is een verrassing die in feite geen verrassing is, meer een cadeautje waarvan je vergeten bent dat het op je verlanglijstje stond. Wat geen accurate metafoor is, omdat ik zeker weet dat het niet op mijn verlanglijstje heeft gestaan. Het is wel een herinnering aan het feit dat ik nog veel te ontdekken heb.
Share by: