Project Nimma (1)
De afgelopen twee dagen hebben we thuis gepoetst alsof ons leven ervan afhing. Ik heb stof gedweild uit hoekjes waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden, ramen gelapt, geboend, geschrobd en gezogen als Tony Micelli in zijn hoogtijdagen.
Het deed me denken aan mijn middelbareschooltijd, en in het bijzonder aan het einde van elk jaar, de dag waarop we de schoolboeken terug moeten brengen. Ik was altijd laat met mijn boeken (laten) kaften en ging nu niet bepaald netjes met ze om. Op school gleed mijn rugzak meer dan eens als een bowlingbal door de gang en thuis smeet ik hem niet zelden hard in een hoek.
Op de dag van het inleveren zat er een groep leraren in de aula achter tafels om je boeken te controleren op ezelsoren en beschadigingen, te veel schade betekende een boete. Je had soepele leraren en strenge, de een zag een afgesleten hoekje door de vingers, een ander bracht zonder moeite twintig cent in rekening voor een pagina waarop je, als je goed keek, zag dat er misschien een ezelsoor had gezeten.
De dagen voor inleverdag hanteerde ik (nou ja, ik niet, mijn moeder) de strijkbout om alle ezelsoren weg te werken en deed ik alles wat ik kon om alles wat op een beschadiging leeg weg te werken. Ondanks alle inspanning kreeg ik elk jaar weer een boete.
Waar het toen ging om zo min mogelijk te hoeven betalen, had het poetsen te maken met geld verdienen. We gaan verhuizen en vandaag werden er foto’s van ons huidige huis gemaakt. Na twee dagen poetsen herkende ik het haast niet meer. Er zat meer in dozen dan er nog in huis stond, voor het ruimtelijk effect. Zo brak ik tweederde van de boekenkast af. Ik selecteerde mijn fijnste boeken om in het derde dat bleef staan te zetten. Niet dat de titels iets uitmaken voor de verkoop, maar als ik dan toch boeken liet staan, dan wilde ik wel dat het mijn lievelings waren, boeken die iets over mij zeggen, al is het alleen maar tegen mezelf. Ik koos op schoonheid van de romans, niet op het ontbreken van ezelsoren.