Blog Layout

feb. 11, 2021

Paultje

De laatste avondklokloze avond was ik met vriend L. de stad in, om te voldoen aan de behoefte aan sociaal contact. Bij een bierwinkel op een hoek van het Sarphatipark haalde ik een vier blikjes bier. Of bierwinkel, gelet op het bedrag dat ik moet afrekenen (€30,-) is de term bierjuwelier een betere benaming. 
Hoe dan ook.

Toen ik weer buitenkwam stond L. met een man te praten. De man sprak geïrriteerd over het hoe moeilijk het is om als dakloze aan geld te komen. Omdat niemand meer kleingeld op zak heeft. Later hoorde ik dat het gesprek was begonnen toen hij aan L. had gevraagd of hij wat kleingeld kon missen. Dat bleek om bovenstaande reden niet het geval. De man vertelde dat hij wel tegen mensen kon zeggen dat hij wel even met ze mee wilde lopen naar een pinautomaat, maar dat hij dit zelf ook als een weinig succesvol alternatief zag. Hij praatte verder over misstanden in het systeem, oneerlijkheid en over hoe hij de dupe van dat alles was. We hadden dus geen kleingeld bij ons en hoefden geen biertje voor hem te kopen. ‘Ik drink niet, geen druppel, nooit gedaan ook.’ 
‘Ik ben Paul,’ zei de man toen ons gesprek ten einde liep. ‘Paultje van het bureau. Nee, niet het politiebureau. Nou, dan weet jij wel wat ik bedoel. Tuurlijk weet je dat, laten we elkaar nou geen mietje noemen. Je weet wie ik ben toch, kom op nou.’ 
We wisten het niet. 
Ik was hem alweer vergeten, maar deze week was Paul ineens in het nieuws. Een Amsterdammer die hem vaker tegenkomt en af en toe wél met hem meeloopt naar een pinautomaat startte een actie om Paul in het gure winterweer beter onderdak te bieden dan een portiek. Hij had zelf een hotelovernachting voor Paul geboekt en daarna een oproep gedaan om hem ook de rest van de week warm te houden. Dat werd zo’n succes dat niet alleen Paul de hele week in het hotel kan slapen, maar er nog meer daklozen geholpen kunnen worden. Hoera voor Paul en iedereen die heeft bijgedragen. Slaap lekker Paul, ik weet nu wie je bent. 
.

Delen

05 mrt., 2023
Betonnen kaken Vermalen wie je bent Niemand bestaat echt
door d436ebb14f8e5c3662fecd3be1c71f000d5fea3f 17 feb., 2022
De muziek stopte en maakte plaats voor mijn ringtone. Oom J. belde, zag ik op het scherm. Hij is de enige oom van wie ik het nummer heb opgeslagen. Ik nam niet op. Ik heb een vrij grote familie. Mijn vader komt uit een gezin van 10, mijn moeder uit een van 12. Ik heb zoveel neven en nichten dat ik over een groot deel van hen kan struikelen zonder ze te herkennen. Ooit stond ik met vrienden in een café tijdens een van de kermissen in West-Friesland meer dan een uur met een groep meisjes te praten voordat ik er achter kwam dat het allemaal nichten van me waren. Eén van mijn vrienden was een halfbakken versierpoging aan het doen, na het ontdekken van de bloedband heb ik het betreffende nichtje subtiel de goede kant (van hem weg) op gestuurd. Maar dat is een ander verhaal. Oom J. belt mij sinds een paar jaar ongeveer 1 keer per jaar. Ik neem nooit op. Hij belt mij namelijk helemaal niet. Of hij belt wel, maar ik ben niet degene die hij zoekt. Daar kwam ik achter na de eerste keer, toen ik een gemist gesprek van een mij onbekend nummer had en hem op mijn voicemail vond met de vraag hem terug te bellen. Dat deed ik, waarna ik hem stomverbaasd aan de lijn kreeg. Hij dat zijn schoonzoon willen bellen, een naamgenoot van me. We hadden een kort gesprek over ditjes en datjes en na afloop sloeg ik zijn nummer op. Daarom staat hij in mijn contacten. Hoe ik ooit in de zijne terecht ben gekomen is me nog steeds een raadsel.
31 jan., 2022
De verbouwing is begonnen, wat betekent dat ik met veel mensen uit Nijmegen en omstreken praat. Mensen die verstand hebben van dingen. Die dingen zijn vloeren, elektra, en ander technische zaken waar ik allesbehalve kaas van heb gegeten. In tegenstelling tot hen dus, en ik probeer echt naar ze te luisteren en ze te begrijpen wanneer ze me uitleggen wat er moet gebeuren en waarom, maar ik begrijp er na afloop nog steeds niets van. Dat ligt niet aan hen, of in ieder geval niet aan hun kennis en de begrijpelijkheid van hun uitleg. Het ligt aan mij, aan hoe ik luister naar mensen die uitgebreid over iets praten, voorzien van een Nijmeegse tongval. Na 30 seconden heb ik het idee dat ik in ‘Ik geloof in mij’ zit en wie er ook voor me staat, het is Dave van Well, de zanger met een onherroepelijke voorliefde voor Grieks gitaargepingel in zijn liedjes, die vol zelfvertrouwen vijf kwartier in een uur lult. Ik heb me vergaapt aan Ik geloof in mij, en dan vooral aan de originele serie van Omroep Gelderland die ik YouTube zeg en waarin René Le Blanc ook al aangaf dat hij echt het gevoel had dat het komende jaar hét jaar van René Le Blanc zou worden. Net zoals hij dat de daarovolgende jaren deed in de filmpjes van TV Oranje, terwijl ik steeds dieper verdween in het sinkhole dat YouTube kan zijn. Uren en uren, veelal van het nachtelijke soort, keek ik naar jongere versies van Le Blanc, Van Well en andere Nijmeegse of Gelderse artiesten die niets liever wilden dan het maken. Dat was voordat we besloten naar Nijmegen te verhuizen, dus heb ik toen geen moment stil gestaan bij de geografie. Maar nu, nu ik in iedereen met twee rechterhanden Dave van Well herken, besef ik dat ook dit een deel van Nijmegen is. Het is een verrassing die in feite geen verrassing is, meer een cadeautje waarvan je vergeten bent dat het op je verlanglijstje stond. Wat geen accurate metafoor is, omdat ik zeker weet dat het niet op mijn verlanglijstje heeft gestaan. Het is wel een herinnering aan het feit dat ik nog veel te ontdekken heb.
Share by: